Zien versus Gezien worden
De eerste vraag die je moet stellen bij het aangeschaffen van verlichting is : wil ik vooral gezien worden of is het ook belangrijk dat ik de omgeving beter zie?
Als je vooral op verlichte wegen fiets is gezien worden het belangrijkste. Relatief eenvoudige verlichting met een lage lichtopbrengst voldoet.
Ga je meer in het buitengebied de weg op in het donker dan wordt zelf zien al belangrijker. Ga je dan ook nog eens het bos in in het donken dan wordt zien een must.
Verlichting om gezien te worden heeft doorgaans een lagere lichtopbrengst, een eenvoudige constructie en zijn goedkoper in vergelijking tot lampen om mee te zien.
Lichtopbrengst
De lichtopbrengst van een lamp wordt uitgedrukt een lumen. Kort door de bocht samengevat : de totale lichtopbrengst van een lamp.
Meer lumen is meer licht. Maar daarmee is nog niet meteen gezegd hoeveel je ermee ziet. Een smalle bundel van 400 Lumen oogt feller dan een brede met dezelfde lichtopbrengst. Maar of je aan de felle punt vlak voor je op de weg wat hebt is maar de vraag. Van de omgeving zie je dan niks meer.
Een ander eenheid om de lichtopbrengst in uit te drukken is lux, dat is kort samengevat het nuttige licht dat een lamp geeft. Dat deel van het licht dat voor jouw nuttige objecten zoals de weg en paaltjes bereikt. Helaas zie je dit gegeven weinig terug in de specificaties van fietsverlichting. Schermen met veel lumen is mooiere marketing
En als de helft van het licht richting de sterren schijnt heb je er zelf niks aan en verblind je alleen je tegenligger. Veel lumen weinig lux.
Een goede fietslamp zorgt voor, met name door de reflector van de lamp, een evenwichtige verdeling van het licht voor je. Meer over dit thema in dit (engelstalige) artikel.
Zorgen voor een goede lux en verdeling van het licht is vrij kostbaar de reflector moet exact vormgegeven zijn en de positie van de led-lamp luistert erg nauwkeurig.
Accu capaciteit en brandduur
Fietsverlichting is steeds meer uitgevoerd als via USB oplaadbare accuverlichting. Het zal niet verbazen dat lampen met een hogere lichtopbrengst ook meer stroom verbruiken. Deze lampen hebben vaak een grotere ingebouwde accu of bij de echt sterke lampen zelfs een losse accu.
Meer licht betekend ook dat je accu sneller leeg is en dus de brandduur beperkt. Veel lampen kun je instellen op een lagere stand of zelfs knipperstand om de brandduur te verlengen. Je gebruikt de hoge stand als je zelf wilt zien en de lage stand als je alleen gezien wilt worden. De knipperstand is nog zuiniger.
Ben ik zichtbaar
Inschatten of je nog goed gezien wordt is best lastig. Verplaats jezelf eens in de mede weggebruiker en dan met name de automobilist die met natte ruiten en reflecterende straatverlichting echt veel minder ziet dan jij op de fiets. En het argument dat de automobilist maar goed moet opletten helpt je niet als meer dan 1000 kilo staal je aantikt. Fietsverlichting is er niet voor de ander maar om jezelf te beschermen.
Voorverlichting
Hoeveel licht je nodig hebt is dus sterk afhankelijk van het doel en van de reeds beschikbare verlichting. Op onverlichte wegen is rond de 400 lumen een beetje de ondergrens van wat je nodig hebt.
Bij MTB’ers zijn breed stralende koplampen met een hoge lumen populair. Prima geschikt om het bospad vol te verlichten maar niet voor de openbare weg waar je rekening moet houden met andere weggebruikers.
Gaat het om goed gezien worden kun je volstaan met een lichtopbrengst van rond de 100 lumen of 25 lux. Gaat het puur om het hebben van verlichting dan kun je ook volstaan met een lampje als de femto met een opbrengst van 15 lumen.
Achterverlichting
Bij achterverlichting gaat het eigenlijk altijd om verlichting om gezien te worden. Maar ook hier heb je grote verschillen in lichtopbrengst. Achterverlichting moet in Nederland verplicht rood licht geven.
Knipperen
Knipperende verlichting valt meer op dan een lamp die continue brandt. Echter, fietsverlichting mag in Nederland niet knipperen. Hooguit kun je een tweede lamp als knipperlicht toepassen.
Extra en Noodverlichting
Als je verlichting via de (naaf)dynamo of accu van de e-bike werkt zul je zelden zonder licht komen te zitten. Anders is het met fietsverlichting op batterijen en accu’s. Met name de oplaadbare accu’s willen nog wel eens onverwacht snel leeg raken, bijvoorbeeld als het plotseling koud wordt.
Monteer een setje goedkope ledverlichting op je fiets die je er ook altijd op laat zitten. Lampjes heb je al vanaf een euro of drie. Het stelt niet veel voor maar mocht je hoofdverlichting uitvallen dan heb je nog altijd een setje licht om gezien te worden. En een boete te voorkomen.
Deze verlichting biedt ook uitkomst als je lamp nog aan de lader thuis hangt terwijl te opeens toch in het donker terecht gekomen bent.
Als je je zichtbaarheid nog verder wilt vergroten kun je meerdere lampen op je fiets bevestigen. Denk bijvoorbeeld aan lampjes die in de uiteinden van je stuur gaan.
Slimmere verlichting
En naast de eenvoudige lampen die alleen zorgen voor een puntje zichtbaarheid heb je ook steeds meer verlichting met extra’s,
Achterlampen die ook als remlicht werken. Zoals de X2 Kinetic van Cateye. Al is de sensor nog niet zo volmaakt dat deze 100% nauwkeurig op remmen reageert. Ook andere snelheidsveranderingen zorgen voor feller licht.
De meest geavanceerde achterlichten hebben radar aan boord en een camera om incidenten meteen op te nemen.
Of verlichting die via bluetooth met je telefoon en elkaar in verbinding staan. Nu heeft het aan/uit schakelen van een lampje, dat op nog geen 30 centimeter afstand zit, met een app wellicht niet zo veel toegevoegde waarde. Maar dat de achterlamp meteen met je voor verlichting aangaat en vooral ook uit is wel praktisch.
Of de achterverlichting van Lezyne die met behulp van lasers lijnen op de weg tekent zodat automobilisten beter afstand houden.
Kleding
Naast verlichting en de reflectie op de fiets zorgt ook lichte of reflecteren kleding voor een beter zichtbaarheid op de fiets.
In Nederland is het toegestaan fietsverlichting op de kleding of tas te bevestigen, echter alleen op het bovenlichaam, dus niet op benen, armen of hoofd.
In bijvoorbeeld Duitsland moet de verlichting vast zitten aan de fiets.
Wat is het verschil tussen lumen en lux?
Lumen geeft de totale lichtopbrengst van de lamp. Het geeft de totale opbrengst van de lichtbron weer.
Naast de lumen kom je ook de term candela tegen. De Candela is de officiële (SI) eenheid van licht. Waar de lumen de totale lichtstroom is, is de candela de lichtstroom in een bepaalde richting. Een bron van 1 candela die in alle richtingen licht heeft ongeveer 12,5 lumen aan licht.
Lux geeft de effectieve opbrengst op een bepaalde plek die verlicht wordt. 1 lux is dus gelijk aan 1 lumen per vierkante meter. Een lamp van 100 lumen die zijn licht verspreid over een oppervlakte van 20 m² heeft een lux van 5. Dezelfde lamp met een gerichte bundel met een oppervlakte van 2 m² heeft een lux van 50. De hoeveelheid lux is daarmee afhankelijk van hoe je de lamp gebruikt. Hoe groter het oppervlakte dat de lamp verlicht hoe lager de lux. Helaas is de manier waarop de lux gemeten wordt niet altijd duidelijk. Het maakt namelijk nogal uit of de lux 1 of 10 meter voor je fiets gemeten wordt. In de meeste gevallen wordt Lux gemeten op 10 meter afstand vanaf de lichtbron.
Dus de candela geeft de lichtsterkte, de lumen de lichtstroom en de lux lichtsterkte op een bepaalt punt.
Regels
Fietsverlichting moet zorgen voor een betere zichtbaarheid, samen met de verplichte reflectoren in de trappers, banden en achterop. Het witte spatbord is al een tijd niet meer verplicht. Veel sportfietsen voldoen niet aan de eisen van reflectoren. In de praktijk wordt dat gedoogd.
Over hoe goed je verlichting moet zijn zegt de wet weinig alleen dat je bij slecht zicht en in het donker fietsverlichting moet hebben.
Zie voor de regels de site van de rijksoverheid