In de omschrijving van een tent zie je het vaak staan: de tent is wel, niet of half vrijstaand. Hieronder een korte uitleg over de verschillen en de voor en nadelen.
De niet vrijstaande tent
Een niet vrijstaande tent is een tent die zonder scheerlijnen en haringen niet overeind blijft. Onder de niet vrijstaande tenten vallen de tunnel tenten, A-stok tenten en Tippies.
De vrijstaande tent
Een vrijstaande tent heeft een zelfdragende constructie. De stokken zitten op, meestal, vier plaatsen vast aan de binnen- of buitentent. Echte vrijstaande tenten zijn vrijwel altijd koepel, doom of geodeet tenten. Deze tenten hebben zelden een luifel. 100% vrijstaande tenten zie je niet zoveel. Het gaat hier vooral om expeditie tenten.
Vrijstaande tenten hebben vrijwel altijd twee of meer stokken die elkaar kruisen. Koepeltenten zijn hiervan een goed voorbeeld, maar ook hybride tenten met Y-stokken als onderstaande tent van MSR zijn (half) vrijstaand.
De half vrijstaande tent
Bij een half vrijstaande tent of de (binnen)tent ook een zelfdragende constructie, maar heb je haringen nodig om de tent fatsoenlijk op te zetten. Dit is al gauw het geval als een tent een vestibule of luifel heeft.
De term half-vrijstaand wordt al gauw gebruikt voor tenten die min of meer overeind blijven zonder haringen. Sommige tenten, zoals onderstaande freelite, hebben maar drie bevestigingspunten voor de binnentent en hier heb je ook voor de binnentent haringen nodig. Het blijft overeind zonder haringen, maar fraai staat het niet.
Het scala aan half-vrijstaande tenten is dus groot. En daarmee ook de mate waarin de tent bruikbaar is zonder goed vastzittende haringen.
Voordeel vrijstaande tent
Omdat je geen haringen nodig hebt om de tent overeind te houden heeft een puur vrijstaande tent zijn voordelen op ondergronden waar haring niet of juist heel makkelijk de grond in en uitgaan. Denk aan rotsachtige ondergrond, zand, sneeuw en ijs.
Daarnaast kun je de opgezet tent eenvoudig verplaatsen. Bijvoorbeeld als je toch een wortel onder je tent over het hoofd gezien hebt of je de tent ’s ochtends in de zon wil zetten om te drogen.
Staat er wel meer wind dan zul je wel haringen nodig hebben om de tent vast te zetten.
Ook half vrijstaande tent heeft deze voordelen. Natuurlijk zijn hier haringen nodig om de tent goed op te zetten, maar omdat de hoofdconstructie zelfdragend is zal de tent niet in elkaar zaken als er eens een haring minder goed vast zit.
Opzet volgorde
Het opzetten van de tent zijn er twee verschillende werkwijzen. Eerst de binnentent of eerst de buitentent.
Binnentent eerst
Bij deze methode zet je eerst de stokken vast in de hoeken van de binnentent. De binnentent klikt daarna vast aan de ontstane bogen. De buitentent wordt daarna hierover gelegd en vastgezet. Deze bouwwijze zie je vooral bij Amerikaanse tenten zoals van MSR, Nemo en Big Agnes.
Buitentent eerst
Bij deze methode zet je eerste de buitentent op. Doorgaans gaan de stokken door sluiven in de buitentent. Hierna klik je de binnentent vast in de buitentent. Vaak kun je de buitentent en binnentent ook aan elkaar vast laten zitten. Hilleberg en andere Europese merken zoals Exped en Jack Wolfskin werken op deze manier.
Tunneltenten zijn doorgaans van het type buitentent eerst.